Sint-Anthonis was een groot huis, waarvan de tuin zich uitstrekte tot bij de stadswallen. In de 17de en de 18de eeuw heette het De Ancker.

In het begin van de 20ste eeuw was het de eigendom en de woning van de drie ongehuwde dochters van Michiel Claikens-Houbrechts (1820-1876), voorzitter van de rechtbank.

In de eerste helft van de 18de eeuw was het in het bezit van secretaris Robert Cox, die het in 1733 voor 80 gulden aan zijn neef Willem van Horion, schout van Kuringen, verhuurde. Van 1760 tot 1789 werd De Ancker bewoond door zijn eigenaar, notaris Lodewijk Gillis, van wie het naar de Borman overging.

In de tweede helft van de 19de eeuw behoorde het toe aan procureur des konings Hechtermans (nvdr: Edmond, gehuwd met Emilia Wilsens). Na hem werd het betrokken door Michiel Claikens, die er overleed.

Uit: Hasselt intra muros (1989), p. 120.