De tuin van dit huis liep tot tegen de stadsvesten.

In de tweede helft van de 16de eeuw was het in het bezit van Jorden van Herck, burgemeester in 1574, 1580, 1583, 1587 en 1590, en tevens kerkmeester van Sint-Quintinus. Zijn zoon Jorden, gehuwd met Maria Usselinx, was ook tweemaal burgemeester. De zonen van laatstgenoemde waren in 1626 en 1628 bouwmeesters.

In de tweede helft van de 17de eeuw stond hier de herberg van Jan Tulleneers. Die verkocht zijn huis op 27 januari 1690 aan Arnold van Schoonbeeck. De volgende eigenaar was Arnold Duys, in 1734 rentmeester van ‘de Armentafel’. Na zijn dood in 1779 ging het huis naar zijn drie zonen: priester Duys, schepen Jaak Duys en burgemeester Arnold Duys. De priester bewoonde het tot aan zijn dood; kort voor zijn overlijden werd de waarde ervan op 7500 gulden geschat.

Op 22 november 1797 kwam Het Paleys in handen van Lucas Millen. Baron de Crassier-Duys was de volgende bezitter. Hij verkocht het aan advocaat Julius Nagels-Vos. Die overleed er op 18 juli 1890 als voorzitter van de provincieraad. De volgende eigenaar was dokter Nolens. Na zijn dood vestigde zijn zoon dokter Victor Nolens er zijn praktijk.

Uit: Hasselt intra muros (1989), p. 282.