De naam, gegeven in 1952, herinnert aan een eeuwenoude plaats, die de Gebanne Groezen (1763) werd genoemd. Toen werd opgetekend dat de Zonhovenaren in hun eeuwenlange strijd over de grens tussen Hasselt en Zonhoven, zoden kwamen steken op deze plek. Dat was verboden omdat zoden nodig waren bij het herstellen van dijken, voor de nokafdekking van daken, en zelfs als verwarming, als er niet genoeg turf of hout was. In de straat was er in de 17de en 18de eeuw ook een molen aan de Zusterkloosterbeek. Die kwam droog te staan toen bij de aanleg van de Genkersteenweg beken afgesloten werden.

'Gebanne Groezen' verwijst naar een stuk grasland (groes) voor begeleid vee (schapen en ossen), op het rechtsgebied (ban) van een heer. Op zulke graslanden was er soms een graasverbod van kracht tussen 1 oktober en 15 maart. Op de 'groezen' werd ook de hennep te drogen gelegd.