You are here
Description
De Zusterkloosterbeek is gelegen op de rechteroever van het Demerbekken.
Ze ontspringt aan de voet van het heidegebied op de westelijke rand van het Kempisch Plateau in de gemeente Genk. De bronnen van de beek zijn gesitueerd in een moerasgebied met dikke turfpaketten met begeleidend berkenbroekbos, genaamd Klotbroek.
De Zusterkloosterbeek is een relatief korte en sterk kronkelende zandbeek van ongeveer 8 km met een vrij groot verval (0.4%). Het hoogteverschil tussen de bronnen en de monding bedraagt 30 meter. In Bokrijk wordt het water van de beek gebruikt om verschillende grote vijvercomplexen in het oostelijk en westelijk deel van het domein te voeden. De Zusterkloosterbeek heeft dan ook vele kunstmatige vertakkingen, waardoor het waterpeil in de zomermaanden soms erg laag komt te staan.
Vroeger mondde de Zusterkloosterbeek rechtstreeks uit in de Demer in Hasselt. Tegenwoordig mondt deze waterloop uit in het Albertkanaal ter hoogte van het sluizencomplex.
De Zusterkloosterbeek ontleent haar naam aan het feit dat Bokrijk vroeger eigendom was van de abdij van Herkenrode.
Het water is zuiver en helder, maar ook erg zuur en zeer voedselarm. Daardoor is het planten- en dierenleven in de beek van nature zeer gering. De schaduw van de bomen verhindert sterk de groei van waterplanten. Het water van de beek is bruin-rood gekleurd. Dit wijst op de neerslag van ijzer in zuur water dat uit de bodem vrijkomt en met zuurstof reageert (roest). De beekbodem bestaat hoofdzakelijk uit zand en bladafval.
Uit: Het visbestand van de Zusterkloosterbeek (2003)