You are here
Description
Auteur: Bart Bosmans
Louis (Lodewijk) Feytons was 20 jaar toen de oorlog uitbrak en de tweede oudste zoon van het gezin Feytons uit Runkst. De oudste zoon, Jozef Feytons, werd gemobiliseerd en diende als artillerist in de verdediging van de fortengordel rond Luik. Reeds de eerste oorlogsdagen werd hij krijgsgevangen genomen.
Louis werd onder de oorlogsjaren een van de kostwinners van het ouderlijk gezin. Op 25 november 1916 werd via affiche opgeroepen dat alle "meldingsplichtigen tussen 17 en 55 jaar oud zich op zaterdag 2 december ter controle moeten melden aan de Herkenrodekazerne". Louis wordt hierop als gedwongen arbeider naar Duitsland gedeporteerd. Hij komt terecht in Himmelmoor bij Quickborn (Hamburg) om turf te steken. Overdag werken ze in ploegen in de uitgestrekte veenvelden en 's avonds worden ze onder bewaking terug naar het kamp geleid. In het kamp leven ze in houten barakken die met een kachel worden verwarmd. De leefomstandigheden zijn niet ideaal. Na 22 uur geldt spertijd en mag geen gevangene buiten het kamp komen dat gewapend bewaakt wordt. Desondanks probeert Louis tot tweemaal toe te ontsnappen. Telkens wordt hij met herdershonden opgespoord en terug ingerekend. Ook trachtte men de turfwinning te vertragen door hoopjes turf tijdens de invallende duisternis, bij de terugkeer naar het kamp, over de rand in de putten te duwen. Hiervoor werden dwangarbeiders gestraft. Ook wanneer zij hun magere rantsoenen wilden aanvullen door in de omgeving bij boeren eieren te stelen, werd men bestraft. Zo mocht Louis in de winter, tijdens een sneeuwbui, urenlang stokstijf buiten blijven staan. Louis bleef 17 maanden in Himmelmoor als dwangarbeider en keerde pas midden 1917 terug naar de wijk Trekschuren in Runkst.
Louis Feytons overleed in 1963 in Hasselt.
Fiche
dwangarbeider in Himmelmoor (Hamburg), van 2 december 1916 tot midden 1917