You are here
Description
Stevoort was tot in de 20ste eeuw een vrij welvarende landbouwgemeente, die over vruchtbare gronden beschikte. De landbouwtelling van 1970 gaf aan dat "741 ha (= ca. 62 % van de totale oppervlakte: 1203 ha) beheerd wordt door telplichtige landbouwbedrijven. Meer dan de helft van deze gronden (56%) zijn weide- en grasland, 29% wordt als akkerland gebruikt. Met uitzondering van de fruitteelt - vooral veel laagstammige fruitaanplantingen - is de tuinbouw weinig belangrijk (67,4 ha). Ongeveer 100 ha van het gemeentelijk areaal wordt ingenomen door bos".
De ondoorlaatbare kleigronden van de Herkvallei zijn te nat en te zwaar om vruchtbaar te zijn voor bieten- of graanteelt. Vandaar dat ongeveer de helft van de bebouwde landbouwgronden gras- en weiland is, waar koeien en schapen hun gading kunnen vinden.
Tot begin 19de eeuw kende men in Limburg slechts het traditionele inheemse schapenras, waarvan de wol minderwaardig was bij deze van de Spaanse merinos. Verschillende grootgrondbezitters hadden vlak na 1800 dergelijke schapen aangekocht, waaronder Surlet de Chokier in Gingelom (1803), de Borggrave in Bovelingen (1804) en de Libotton in Stevoort (1808).
In 1844 waren in Stevoort naast boerderijen drie watermolens en vijf zeer kleine brouwerijen.
Uit: Stevoort ... warm aanbevolen (2002), p. 58.