You are here

Stevoort en de Eerste Wereldoorlog

Description

Einde juli 1914 was het oorlogsgevaar in heel Europa duidelijk voelbaar. Op dinsdag 4 augustus 1914 vielen Duitse troepen België binnen. Op zondag 9 augustus, na de Hoogmis, rijden in snelle draf de eerste twee Duitse huzaren door Stevoort, hetgeen een algemene 'verbazing' bij de bevolking uitlokte. Op 11 augustus 1914, rond 6 uur 's avonds, namen de Duitsers Hasselt zonder slag of stoot in. Op 12 augustus vond de Slag van Halen plaats. Vluchtende Duitse troepen begonnen achter 't Semenariebosch (Jannestraat) loopgraven aan te leggen, stelden kanonnen op en maakten zich gereed ter verdediging tegen de mogelijke vervolging van de Belgen.

Op maandag 17 augustus startte een massadoortocht van een gedeelte van het legerkorps van 'Oberts-General von Klück'. De Duitse generaal von Klück werd ingekwartierd in de woning van weduwe Boesmans. Zijn zoon met andere officieren van de generale staf in de pastorij. Beneden in het bureau moest de slaapkamer van de generaal ingericht worden. Hij had zijn persoonlijk oorkussen bij. Voor de deur van het bureau en rond het huis stonden overal Duitse soldaten op wacht. In de schuur stond een vrachtwagen met het eten van von Klück. Hij had schrik dat ze hem zouden vergiftigen. De overige Duitsers werden ingekwartierd bij burgers, in de boerengildezaal en in de schoollokalen. Alleen de kerk bleef vrij en de erediensten konden elke dag ongehinderd uitgeoefend worden.

Barones Palmers had twee dochters uit een eerste huwelijk. Deze waren beide getrouwd met Duitse officieren. Door tussenkomst van deze officieren werd niet één inwoner van Stevoort gedeerd, niemand als gijzelaar genomen, geen woning vernield noch beschadigd.

Begin september 1914 werd in Brussel het 'Nationaal Hulp- en Voedingscomité' opgericht. Dit comité stichtte overal plaatselijke afdelingen. Van het 'Provinciaal Hulp- en Voedingscomité van Limburg' maakte ook 'kasteelheer-burgemeester Palmers van Stevoort' deel uit.

De Duitsers installeerden op 19 februari 1915 hun 'Meldeämter', die belast waren met de controle op alle personen die enig gevaar voor de Duitse bezetters konden opleveren, en jongeren die de voor de dienstplicht bepaalde leeftijd bereikt hadden. Het 'Meldeamt' van Hasselt lag op het Leopoldplein. Meldingsplichtigen uit Stevoort moesten zich in Hasselt melden. Het grootste deel van de meldingsplichtigen was tussen 17 en 55 jaar oud. Einde 1916 kregen de 'Meldeämter' een taak bij. De Duitse oorlogseconomie kampte toen met een groot tekort aan arbeidskrachten zij moesten helpen bij het opvorderen van jonge mannen voor arbeidsdienst in Duitsland. Het lot van de arbeidsdienst in Duitsland viel ook op 16 mannen uit Stevoort. Zij moesten bij hun vertrek de nodige kledij en voedsel voor één dag meebrengen.

Tijdens de oorlog werd in alle parochies een groei van liefdadige werken vastgesteld. Zowel eigen mensen als vluchtelingen werden geholpen. Pastoor Ramakers gaat in zijn verslaggeving uitvoerig in op de hulpverlening die zijn parochie Stevoort, die nauwelijks 1200 inwoners telde, bood aan 183 West-Vlaamse en 58 Noord-Franse vluchtelingen, die meer dan anderhalf jaar in Stevoort bleven, maar ook aan '24 noodlijdende en zeer verzwakte kinderen der stad Luik', die een aantal maanden door Stevoortse gezinnen gevoed en gekleed werden. De kleuters van Stevoort kregen alle dagen melk. De schoolkinderen kregen soep en zelfs hele maaltijden. Elke maand werden pakjes met eetwaren, tabak en kleren naar de krijgsgevangenen in Duitsland gestuurd.

De wapenstilstand ging in op 11 november 1918. Bij de aankondiging ervan braken spontaan echte volksfeesten uit. De frontsoldaten en de weggevoerden keerden kort daarna terug. Ze werden zonder onderscheid als helden verwelkomd en gehuldigd. Heel wat vluchtelingen moesten echter nog wachten tot zij in de barakken in de Westhoek een onderkomen vonden.

In Stevoort viel de wapenstilstand samen met de viering van Sint-Martinus, patroon van de parochie; de huizen werden bevlagd met de Belgische driekleur, de klokken galmden het uit, er werd een plechtige mis gezongen met Te Deum erna, om God te bedanken. 

Tijdens de oorlog was de godsvrucht tot het Heilig Hart tot grote bloei gekomen.

Uit: Stevoort ... warm aanbevolen (2002), pp. 16-17.

Referenties

Stevoort ... warm aanbevolen (2002)
Titel: 

Stevoort ... warm aanbevolen (2002)

Ondertitel: 
Vroeger en nu
Plaats van uitgave: 
Hasselt
Jaar van uitgave: 
2002
Cover: 

Recent toegevoegd

Rond 1570 was Melchior van Horn brouwer/herbergier in het huis ‘Het Schip’, Maastrichterstraat 9 . Er is...
Auteur: Tom Kenis Geparafraseerde Radio 2-getuigenis van militair William De Wilde en zijn echtgenote...
Auteur: Tom Kenis De familie Trippas verbleef in Belgisch Congo van 1954 tot en met de onafhankelijkheid...
Auteur: Tom Kenis Nikolaas Jan Pieter Geurts werd geboren te Eisden op 13 december 1931. Zijn vader was...
Auteur: Tom Kenis Antoinette Fransen, de moeder van Moelly Henno, werd tijdens Wereldoorlog II...
Zoveel Hasselaren, zoveel linken met Congo. Om de meest uiteenlopende redenen trokken Hasselaren al...
Auteur: Tom Kenis Joseph (°Hasselt 04.07.1926) en Denise (°Hasselt 22.01.1927) leerden elkaar kennen als...
Auteur: Tom Kenis André Billen, geboren in 1927, studeerde economie. Hij slaagde voor het diplomatiek...
Auteur: Tom Kenis De in Hamont geboren Joseph (Jef) Verlaak, thans inwoner van Viversel maar gedurende...
Auteur: Toon Blux Hermanus, Petrus, Joseph Blux is de oudste zoon van Louis Bleux (1) uit Kuringen en...