Bouwer: Théodore Ruef, Sint-Truiden
Bouwjaar: 1899
Verbouwingen en herstellingen: 
1988, Mark Nagels, Kozen: schoonmaak en herstel, verwijdering van de oorspronkelijke zwelkast
orgelkast: eiken front, de overige delen in grenenhout. Het middenveld van het pijpenfront, met bijbehorend lijstwerk, kan als deur geopend worden, zodat de orgelstemmer zich van hieruit kan begeven op een stemgang, die zich bevindt tussen front en pijpwerk/windlade. Het pijpwerk is in functie hiervan op de lade opgesteld, dus onder meer met de Trompette aan de frontzijde. Soortgelijke werkwijze werd ook toegepast in sommige latere orgels van François-Bernard Loret uit Mechelen.
speeltafel: origineel, met uitzondering van enkele registerplaatjes. De oorspronkelijke zweltrede werd in 1990 verwijdered.
dispositie:
De tinnen frontpijpen zijn stom. Alle pijpen zijn nog origineel.

Manuaal               C-g³               Pedaalwerk                 C - f°
Trompette 8'                                 Soubasse 16'                 thans permanent ingeschakeld
Flûte 4'
Mélophone 4'
Bourdon 8'
Voix Céleste 8'     vanaf c°
Salicional 8'
Montre 8'

Windladen: originele sleepladen
Windvoorziening: magazijnbalg in de onderkast. Opliggende tremulant, te bedienen door een voettrede.
Tracturen: mechanisch, origineel. Koppel pedaal + manuaal (voettrede)