You are here
Description
Het betreft een zeer gaaf bewaard gebleven instrument, in 1878 als opus 493 gebouwd door de vermaarde Aristide Cavaillé-Coll te Parijs voor de kapel van de zustercongregatie Société du Sacré-Coeur de Jésus te Jette (Brussel). Deze neogotische kapel werd ingewijd in 1877, en ze beschikte over stijlvol neogotisch meubilair. Het orgel was opgesteld op de bovenste etage van een dubbele galerij, eveneens in neogotische stijl.
Toen de kapel omstreeks 1980 buiten gebruik werd gesteld werd het meubilair overgenomen door de Saint-Servaiskerk te Luik (die kort daarop volledig uitbrandde) en door de Finistèrekerk te Brussel, al gingen de koorbanken te Jette verloren door opzettelijke brandstichting. Orgelliefhebbers uit het Brusselse hadden graag gezien dat dit waardevolle orgel kon bewaard blijven in de ruimte waarvoor het oorspronkelijk was gebouwd. Toen het desondanks toch te koop werd gesteld boden zich verschillende kandidaat-kopers aan uit binnen- en buitenland. Hoewel er geen enkele dwang kon uitgeoefend worden - het orgel was immers privébezit, en het was in die tijd zelfs niet beschermd als monument - namen de zusters het oprechte voornemen het orgel niet buiten de Belgische grenzen te laten vertrekken. Op 25 december 1983 werd het dan aangekocht door de stad Hasselt, in functie van de orgelklas van het Stedelijk Conservartorium voor Muziek. Eerst werd overwogen het orgel een plaats te geven in het auditorium van de school zelf, maar omwille van reden van ruimtelijke en akoestische aard werd uiteindelijk beslist het op te stellen in de Heilig-Hartbasiliek. De dubbele galerij, waarop het orgel zich oorspronkelijk te Jette bevond kon, om architectonische redenen, niet hergebruikt worden op de nieuwe locatie te Hasselt.
Wanneer men de geschiedenis van het orgel overloopt, kan met vaststellen dat het instrument ononderbroken in goede handen is gebleven wat het onderhoud aangaat. In 1879-1880 was orgelmaker Salomon Van Bever in de leer geweest bij Carvaillé-Coll, en in 1880 nam hij het huis Hippolyt Loret over te Laken, een buurgemeente van Jette. Het is dus niet verwonderlijk dat Van Bever het Cavaillé-Coll-orgel in onderhoud kreeg. In het archief van de Van Bevers worden diverse herstellingen vermeld, onder meer in 1918, maar ook het regelmatig onderhoud van dit orgel: vier stembeurten per jaar, bijvoorbeeld van 1889 tot 1931. Na Salomon Van Bever (+1916) volgden diens neven Louis, Nicholas en François Draps, en vanaf 1945 Salomon Eyckmans, petekind van Salomon Van Bever. Sedert 1963 zette op zijn beurt Jean-Pierre Draps, kleinzoon van Salomon Eyckmans, deze traditie verder.
Uit: Orgelgids Hasselt (2005), pp. 50-51.
Fiche
beschermd (Besluit 12-02-2004 - Staatsblad 30-06-2004)