Ingevolge een foutieve lezing - haen in plaats van swaen - in het gichtregister, werd De Gekroonde Haen in Hasselt-Jadis foutief naast De Cruywagen gesitueerd. Het register vermeldt op 14 juli 1726: den gecroonden swaen tegenover de pasteye, toebehoerende aen Jorden Kellens. De Gekroonde Haen lag aan de Nieuwstraat. De Swaen en De Gekroonde Swaen daarentegen waren huizen van de Trichterstraat.

De Gekroonde Swaen was in het begin van de 18de eeuw de eigendom van Hendrik Husquet. Deze verkocht het huis in 1714 voor 1372 gulden aan Gerard Moers-Scholteden. Zijn schoonzoon Jacobus Maresse verkocht het op 23 juli 1751 voor 600 gulden en de lasten aan Joês Lemmens. Later behoorde het toe aan Lucia Ooms (nvdr: zie De Cruywagen). Deze verkocht het op 11 april 1780 voor 490 gulden en zware lasten aan Willem Janssens. Poortwaarts was Jan van Aken Janssens buurman en in de richting van de markt paalde zijn woning aan De Cruywagen.

In de eerste helft van de 19de eeuw behoorde het toe aan Kellens. Diens kinderen verkochten het publiek op 3 september 1852. De verkoopsakte vermeldt dat het langsachter aan de tuin van Het Hemelryck raakte, wat thans niet meer het geval is. Daarna werd het de eigendom van smid Vancroonenburg, vader van dokter Jan Vancroonenburg-Tits, die naast Den Blauwen Keyser aan de Demerstraat woonde. In die tijd was het reeds een oud en vervallen huis met een grote diepte. De achtergebouwen raakten aan de tuin van de Wellecom (Boomgaardstraat). Daar woonden een half dozijn werkmansgezinnen.

Voor dit pand stond eertijds een put; later werd die door een pomp vervangen, die ca. twintig meter meer naar het oosten achter de brievenbus werd geplaatst. Hippoliet De Magnée-Tits verbouwde het huis; zijn weduwe woonde er nog bij het begin van onze eeuw (nvdr: 20ste).

Uit: Hasselt intra muros (1989), p. 99.