De Panne was in 1726 de eigendom van schepen Rommen, die het ook bewoonde. Het werd op 28 mei 1747 door Joannes Liessens aan Petrus Coninx verkocht. Deze laatste liet het over aan Willem-Henricus Beck. Meester-steenkapper Ludovicus Beck, zoon van Willem-Henricus, bewoonde het en erfde het na de dood van zijn vader. Hij verkocht De Panne op 16 april 1779 voor 5300 gulden en de lasten aan Godfried Hermans. (…)

Uit: Hasselt intra muros (1989), p. 237.