You are here
Description
Op 4 januari 1261 keurde Renier van Tongeren, scholaster en provisor van de prins-bisschop voor geestelijke zaken, de stichting van een oratorium in het ziekenhuis van Hasselt goed en benoemde er een aalmoezenier. Ida, dochter van schepen Henrick Tant, liet in 1308 aan het ziekenhuis en aan de Broederschap Virga Jesse een legaat na. De schenking van twee andere Hasselaren, Godfried Snaken en Ida Beckers, op 15 juli 1495 was zo mild dat het ziekenhuis behoorlijk kon worden ingericht. Gedurende vier eeuwen beantwoordde deze instelling aan haar bestemming, tot de lemen en houten constructie bouwvallig werd. Op 26 februari 1627 – en niet in 1650 zoals J. Daris ten onrechte vooropzet – werd het geheel door de Twelfmannen publiek verkocht.
Reeds op 3 september 1627 was het ziekenhuis overgebracht naar De Pasteye, het hoekhuis van de Isabellastraat en de Minderbroedersstraat: ende het gasthuys is geleyt achter de moelen naest de schuere deser selver stadt (Register der Twelfmannen).
Het voormalige ziekenhuis werd gedeeltelijk tot woning omgebouwd. Een eerste gedeelte kreeg de naam Kleyn Gasthuiskerck. Het tweede deel werd De Witte Lersse genoemd. (...)
Uit: Hasselt intra muros (1989), p. 176.
Fiche
In de 17de eeuw tot woning omgebouwd. Een eerste gedeelte kreeg de naam Kleyn Gasthuiskerck. Het tweede deel werd De Witte Lersse genoemd.