You are here
Description
In de eerste decennia van de negentiende eeuw schakelden een aantal Belgische steden (Gent 1827, Luik 1835, Antwerpen 1837, Tienen 1846...) stilaan over van olie- op gasverlichting. Ook Hasselt wilde dat voorbeeld volgen.
In 1856 bouwde Alphonse Bodart, Brussels industrieel, in opdracht van de stad Hasselt een eerste gasfabriek op de hoek van de Witte Nonnenstraat en Demerstraat. Ook trok zijn bedrijf gasleidingen door de belangrijkste straten van de stad zodat 92 lantaarns licht konden brengen in de duisternis. In 1880 stond Bodart, omdat hij zijn gasnet niet meer vernieuwd kreeg, de concessie af aan de Compagnie Générale du Gaz pour la France et l'Étranger. In de jaren 1880 werd het net vernieuwd en uitgebreid zodat de capaciteit op 229 lantaarns kwam.
Maar de productiecapaciteit van de fabriek was niet groot genoeg. In 1911 begon de concessiehouder daarom met de bouw van een nieuwe gasfabriek in de Armand Hertzstraat, vlak bij de gelatinefabriek. De Hasselaren spraken van 'de Gaas' als ze het over de fabriek hadden.
In de gasfabriek werden vetkolen zonder toevoeging van zuurstof in buizen verwarmd tot 1.000 à 1.200 graden. Zo ontstond het gas. Dat werd via reinigingsgrond uit Noorwegen en Zweden van ammoniak en teer gezuiverd. Na die schoonmaak werd het gas opgeslagen in gazometers met een doorsnede van 12 m en een capaciteit van 4.000 m³. Daarom heet deze straat 'Gazometerstraat'.
Het belangrijkste restproduct, 'cokes' geheten, werd verkocht aan de Hasseltse jeneverstokerijen, bakkerijen en wasserijen. De teer werd verwerkt in asfalt en teerkarton of gebruikt als waterafstotend middel voor boten en woningbalken. Van de ammoniak werden korrels gemaakt.
De verzadigde reinigingsaarde werd in een grote open ruimte met dak, het 'regeneratielokaal', uitgespreid. Arbeiders, met een doek voor hun mond en neus tegen de immense stank, schepten de grond om en bevochtigden ze met water. Zo kon ze na verloop van tijd opnieuw gebruikt worden.
Vanaf 1932 produceerde Gazalec, de zelfde concessiehouder als voorheen maar onder een nieuwe naam, ook het verlichtingsgas voor Sint-Truiden. In de daarop volgende decennia werd vaak gesproken over netuitbreiding en vernieuwing van de fabriek om aan de groeiende vraag te voldoen. Maar vooral van dat laatste kwam weinig in huis. De fabriek ging eerder achteruit.
In 1953 werd de concessieovereenkomst met Gazalec niet vernieuwd. In de plaats werd de Provinciale Limburgse Intercommunale Gasmaatschappij (PLIGAS) opgericht. Ondertussen wist de stad Hasselt ook dat Philips nv een fabriek wou openen in hun stad, maar dat ze daarvoor een gasfabriek nodig had. Het gas zou gebruikt worden voor het drogen van luidsprekerconussen.
Om toch het nodige gas te kunnen voorzien, sloot PLIGAS in 1954 met het Waalse SAVGAZ een contract om gas in te voeren vanuit Luik. Hiervoor werd een gasontvangststation gebouwd op het terrein, tegen het emmissiegebouw van de fabriek. In augustus 1954 werd het in gebruik genomen en viel de gasproductie in Hasselt zelf stil. In de daaropvolgende jaren werden de nodige investeringen uitgevoerd aan het gasnet en ontvangststation om de voorziening te verzekeren.
Vanaf het einde van de jaren 1960 werd kolengas vervangen door aardgas. Erna werd de fabriek nog heel wat jaren gebruikt als opslagplaats voor de gasmaatschappij PLIGAS.
Vandaag is er amper iets overgebleven van dit stukje industrieel erfgoed. De gronden, die vandaag als parking gebruikt worden, werden in de periode 2008-2011 gesaneerd door OVAM.
Fiche
productie van verlichtingsgas voor particulier en openbaar gebruik
gesloopt
De fabriek, gelegen op een terrein van 1 ha 28 a 86.3 ca, bestond uit volgende gebouwen/installaties: woonhuis, industrieel gebouw voor administratieve doeleinden (burelen, wachtzaal, magazijnen, refter, fotokamer, garage), ovenhal, werknemersgebouw (eetzaal, kleedkamer, badzaal, waszaal), smidse- en stoomketelgebouw, olie- en vettengebouw, productiegebouw, teer- en ammoniakopslaggebouw, vergaarbakken, gasreinigersgebouw, arthesische put, watertoren, ketelgebouw, drukregelaargebouw, watergasgebouw, watergasopslaggebouw, gashoudergebouwen, natte emissie-gasdrukregelaargebouw en een aansluitingsspoor.