Tussen dit hoekhuis en het volgende pand,die beide aan dezelfde eigenaar Frans Vreven toebehoorden, moet vroeger nog een kleine woning hebben gelegen, die bij de verbouwing met een van de twee huizen werd versmolten. In een 17de-eeuws gichtregister lezen we immers: Willem van Theewinkel van syn hoeckhuys den haen regenoten Cornelis Scepers huys ende es ut deesen huyse utgenomen ter eenre en Aert Squaeden huys den beer ter Andre.

In het schepenregister staat de verkoop van De Gulden Haen ingeschreven op 3 mei 1768. Daaruit blijkt dat Marie-Kathrien Peuskens, weduwe van oud-burgemeester Frans Stellingwerff, het huis verkocht aan Theodoor Lambrechts. Het verkochte huis grensde aan Het Wynvat en aan de achterzijde aan een zeepziederij, die beide toebehoorden aan de verkoopster. Twintig jaar later was Joês Janssens de eigenaar van De Gulden Haen. Op 29 augustus 1791 werd het huis voor 1040 gulden en de lasten door Marcel Meyers-Lambrechts aan de weduwe van Theodoor Lambrechts, geboren Agnes Libot verkocht; buren waren: Joês Sprengel met Den Beer, en Gerard Vanderherten met Den Zeehaen.

Uit: Hasselt intra muros (1989), p. 112.