Bartholomé Grisar werd geboren in Sint-Truiden in 1800 als zoon van Bernard en van Elisabeth Swaenen.

Op 25 april 1827 werd Bartholomé als heelkundige en gynaecoloog erkend door de Provinciale Medische Commissie van Limburg. Vermoedelijk kreeg hij zijn opleiding als heelmeester bij zijn vader met wie hij nadien samenwerkte. In 1832 behaalde hij aan de universiteit van Luik het diploma van doctor in de geneeskunde.

Grisar heeft op twee vlakken in zijn specialiteit 'heel- en vroedmeester' in Hasselt baanbrekend werk verzet. In 1843 besloot hij tot infectieuze overzetting van kraambedkoorts en tot bestrijding ervan. Als eerste dokter waagde hij in 1847 een keizersnede uit te voeren onder ethernarcose. Deze ingreep en de ethernarcose waren voor Hasselt innoverend. In 1864 verscheen zijn belangrijke publicatie over de kraambedkoorts, zijn levenswerk: Observations relatives à la fièvre puerpérale. Dat artikel was baanbrekend want niet veel later werd hem zelfs de 'ontdekking der kraambedkoorts' toegeschreven.

Jarenlang gaf hij les aan de provinciale vroedvrouwenschool op de Guffenslaan. Tijdens zijn lange loopbaan woonde dokter Grisar in het ouderlijk huis in de Kortstraat samen met zijn twee zusters die er een specerijenzaak uitbaatten.

Bartholomé Grisar overleed ongehuwd in 1885. Hij werd begraven op het Oud Kerkhof.