You are here

Familie van Elsrack

Description

Wapen van de hoofdstam: gevierendeeld: 1, in goud een schuinkruis van lazuur, 2 en 3, in goud twee palen van keel, 4 in zilver een linkerschuinbalk van lazuur.

Wapen van de bastaardstam: in goud twee kepers van keel en in een vrijkwartier van lazuur een stappende zwaan van zilver, gebekt en gepoot van goud.

Wijlen prof. dr. Jan Gessler had het plan opgevat een genealogische-historische studie te wijden aan verschillende leidinggevende families uit het Hasselt van de late Middeleeuwen, waaronder de familie van Elsrack. Over hen stelde hij 886 fiches op met uittreksels uit de registers van schepenbanken en leenhoven. Maar een uitgewerkte genealogie kwam nooit tot stand omdat de familie eeuwenlang wijdvertakt was en omdat dezelfde voornamen veelvuldig en gelijktijdig in gebruik waren. Driekwart eeuw later blijft het kluwen nog altijd onopgelost.

De naam van het Hasseltse geslacht van Elsrack refereert naar het goed Elsracken, gelegen ten noorden van Hasselt, tussen de Trichter- en de Genkerheide. De eerste generaties van Elsrack in Hasselt behoorden tot de kleine kring van welvarende lakenhandelaars, naast de families Houwen, Bisschoppen, Lantmeeters, Usselincx en Bolgry. Tussen 1450 en 1600 werden tien naamdragers van Elsrack opgenomen in het smedenambacht. In 1567 telde men elf gezinshoofden van Elsrack, waaronder drie lakenmakers, drie kremers, drie brouwers en een bakker. Acht onder hen werden beboet als sympathisanten van de gereformeerden. De familie bekleedde minstens 26 maal het burgemeesterschap van de stad Hasselt, voor het eerst vóór 1458 en voor het laatst in 1746. Het bouwmeesterschap werd alleszins 9 maal door een naamdrager bezet.

De eerste met zekerheid gekende voorvader van de hoofdstam is meester Jan van Elsrack. Na het openen van het testament van Arnold van Elsrack in 1424, releveerde hij het leengoed Calverhesen voor de Leenzaal van Kuringen. Hij overleed in 1440. Zijn echtgenote, die pas in 1473 haar testament opstelde, gaf hem twee zonen: Arnold en Ghijsbrecht.

Arnold van Elsrack, zoon van Jan, was schepen van Hasselt en kastelein van Kuringen. In 1465 was hij regerende burgemeester en werd hij aangesteld aan het hoofd van een stedelijke delegatie die aan de vredesonderhandelingen met de gezanten van Filips de Goede, hertog van Bourgondië, moest deelnemen. Hij overleed vóór 1468. Hij had een voornaam huwelijk aangegaan met Maria van Meeuwen. Zij schonk het leven o.m. aan Wouter en Niklaas. Daarnaast had meester Arnold een bastaardzoon, ook Arnold genaamd, die de stamvader werd van een uitgebreid nageslacht.

Wouter, een wettige zoon van meester Arnold van Elsrack, was edelsmid. Namens het stadsbestuur was hij in 1485, samen met de bouwmeester, twee zilveren kannen gaan kopen in Mechelen. Deze kannen, waarop meester Wouter van Elsrack zelf het stadswapen graveerde, werden aangeboden aan prins-bisschop Jan van Horn ter gelegenheid van zijn Blijde Inkomst in Hasselt. Wouter releveerde zes bunder land 'onder Calverhese' uit hoofde van zijn overleden vader. Hij bekleedde de functie van bouwmeester in 1491, van paanhuismeester en van burgemeester in 1495; hij werd nogmaals aangesteld tot burgemeester in 1501 en in 1503. Wouter van Elsrack was getrouwd met Gertrudis Duyfkens. Zij moeten beiden vóór 1525 overleden zijn, want dan releveerde hun zoon Gerrit hun nagelaten goederen in de Koetel- en in de Nieuwstraat.

Gerrit van Elsrack, zoon van Wouter, was een rijke kremer die in 'de Dry Koppelpeerden' in de Nieuwstraat woonde. In 1565 en in 1567 hoorde hij bij de tien Hasselaren die het meest belastingen betaalden. Hij maakte gebruik van een handmerk om officiële bescheiden te bevestigen. Gerrit was bouwmeester in 1561. Hij was getrouwd met Elisabeth Stouten. Uit dit huwelijk stamt Catharina, de echtgenote van meester Hendrik van Hilst, evenals een zoon Robert. Deze laatste werd burgemeester van Hasselt in 1579, in 1581 en in 1590. Meester Robert trouwde met Maria van Hilst, een dochter van burgemeester Jan en van Ida van Abshoven. Zij zijn de ouders van Peter, van Gertrudis, echtgenote van Arnold Bormans, en van Elisabeth, echtgenote van Jan de Geloes. Het familiewapen van Elisabeth van Elsrack komt voor, gekoppeld met dat van haar echtgenoot Jan de Geloes, in het fronton van het altaar in de Sint-Annakapel van de Sint-Quintinuskerk.

Uit het huwelijk van Peter van Elsrack "mr Robertszoon" met Catharina, dochter van burgemeester Jorden van Herck, stammen Oda, die in Overpelt op 11 februari 1607 de echtgenote werd van Antoon van den Steen alias a Lapide, licentiaat in de rechten, en Robert, die vijf dagen voordien met Catharina van den Steen, een zuster van Antoon, trouwde. Robert van Elsrack en Catharina van den Steen zijn de stamouders van vier opeenvolgende schepenen, die van 1641 tot 1748 ononderbroken een schepenstoel in de Hasseltse schepenbank bezet hebben.

Antoon van Elsrack, de zoon van Robert en Catharina van den Steen, werd op 8 november 1641 schepen van Hasselt benoemd. Hij trouwde met Margareta Vuskens. Het burgermeesterschap werd hem in 1656 en in 1660 toevertrouwd. Hij overleed op 18 juni 1674 na, het jaar voordien, ontslag als schepen ingediend te hebben ten voordele van zijn zoon Robert. Deze op 19 december 1643 geboren zoon werd schepen benoemd op 23 september 1673. Hij was in het huwelijk getreden met Agnes Heytmers op 5 juli 1678. Het is hoogstwaarschijnlijk dit echtpaar (of hun ongetrouwde zonen), dat hun gekoppelde wapens liet graveren op een paar zilveren kandelaars, besteld bij de Hasseltse edelsmid die zijn werken merkte met de letters AV in spiegelbeeld (nvdr: privéverzameling). Schepen Robert van Elsrack overleed op 26 december 1704. Twee weken later, op 9 januari 1681, werd zijn zoon Peter-Jan, gedoopt op 27 juli 1681, reeds als zijn opvolger aangesteld. Schepen Peter-Jan overleed ongetrouwd op 10 november 1718 en werd op het Onze-Lieve-Vrouwekoor in de Sint-Quintinuskerk begraven. Ook in zijn opvolging werd zeer snel voorzien door de prins-bisschop, die op 28 november 1718 Jorden van Elsrack, zijn op 19 februari 1694 gedoopte broer, aanstelde. Jorden werd bovendien op 13 februari 1723 benoemd tot schepen in Kuringen. Hij was burgemeester in 1747. Bij zijn overlijden op 6 maart 1748, stierf blijkbaar de hoofdstam van het geslacht van Elsrack uit.

Niklaas van Elsrack, de andere wettige zoon van meester Arnold, schepen en kastelein van Kuringen, trouwde met Catharina Duyfkens. Hun zoon Arnold was burgemeester van Hasselt in 1515, 1519 en 1524; hij zetelde in de plaatselijke schepenbank van 1525 tot 1531. Uit zijn huwelijk met Aleydis N... (mogelijk Pricken), overleden in 1552, werden o.m. drie zonen Arnold, Hendrik en Gerrit geboren, die met hun zusters, Aleydis en Agnes, de ouderlijke erfenis deelden in 1553 (nvdr: de deling van de nalatenschap van Arnold vond plaats op 29 november 1553, na het overlijden van zijn weduwe).

Deze Arnold trouwde met Margareta, de jongste dochter van Servaas van der Hoeven alias Laureten, schout van Hasselt en vervolgens rentmeester van het graafschap Loon, en van diens tweede echtgenote Anna van Heynsdael. Hun zoon Servaas overleed aan de pest op 7 juli 1579. Uit zijn huwelijk met Gertrudis Tempiers werd Arnold geboren en gedoopt op 16 januari 1573. Op 15 januari 1616 werd Arnold benoemd tot schepen van de Hasseltse schepenbank, waar hij zetelde tot aan zijn overlijden op 10 juni 1637. Arnold van Elsrack was op 3 april 1608 getrouwd met zijn verre nicht, Maria van Elsrack alias Ghysens, enige dochter van Ghysen van Elsrack alias Beckers. Zij was weduwe van meester Bartholomeus Vuskens. Van het echtpaar van Elsrack-van Elsrack bewaart men de dubbelportretten, daterend uit 1623. Arnold en Maria hadden twee dochters: Mechtildis, echtgenote van burgemeester Balthazar Vuskens, en Gertrudis, echtgenote in 1629 van Adam I Stellingwerff.

Hendrik huwde met Maria van Printhagen. Uit dit huwelijk werd Arnold geboren. Deze Arnold van Elsrack trouwde op 12 januari 1593 met Maria Stueters, dochter van Peter, waard in 'de Valck', en van Anna van Laureten. Arnold werd bouwmeester in 1612 en burgemeester in 1615 en in 1619. Hun oudste zoon Peter werd op 8 juli 1631 schepen van Hasselt benoemd. Peter trad op 20 september 1621 in het huwelijk met Anna Gielkens, dochter van stadssecretaris Hendrik en van Maria Cox. Hij overleed op 6 november 1652. Zijn dochter Maria, gedoopt op 3 juli 1622, werd de echtgenote van burgemeester Robert Cox. De tweede zoon van het echtpaar van Elsrack-Stueters, Arnold gedoopt op 12 november 1599, trouwde op 5 februari 1630 met Maria Christeyns. Hij was in 1640, in 1650 en in 1654 burgemeester van zijn geboortestad. Hij werd schepen van Hasselt benoemd op 27 juni 1642 en nam zitting samen met zijn broer Peter. In 1675 diende hij zijn ontslag in maar hij overleed pas op 24 oktober 1687. Zijn dochter Catharina werd de echtgenote van Lambert Caproens. Hun gedeeld wapen Caproens-van Elsrack (met de twee kepers en de zwaan in vrijkwartier) prijkt op een zilveren schotel vervaardigd door de Hasseltse zilversmid Arnold Frederici (nvdr: privéverzameling).

Ook de oudste zijtak van de hoofdstam, gesproten uit Ghijsbrecht, zoon van de oudst gekende stamvader Jan van Elsrack, was intussen uitgebloeid. Deze Ghijsbrecht woonde in de Nieuwstraat en overleed vóór 1452. Van hem stamde meester Jan van Elsrack af, die in 1473 erfgenaam was van zijn grootmoeder Oda. Hij was bouwmeester in 1495 en in 1499, burgemeester in 1496 en in 1501. Diens zoon, geboren uit zijn huwelijk met Meynken Ghyseleers, droeg eveneens de voornaam Jan, maar had als bijnaam "Grossart Mr Janszoon". Deze laatste was de vader van Ghijsbrecht van Elsrack, bakker, nog steeds gevestigd in de Nieuwstraat, echtgenoot van Eelken Swerts. Bakker Ghijsbrecht stierf vóór 1555. Uit het echtpaar van Elsrack-Swerts sproot Jan van Elsrack, gezegd Becker, die gehuwd was met Aleydis van Asch. Hun zoon Ghijsbrecht bewoonde blijkbaar nog altijd het stamhuis in de Nieuwstraat bij de Truierpoort. Te oordelen naar de belastingen die hij in 1565-1567 betaalde, was hij de minst gegoede naamdrager. Zijn dochter Maria van Elsrack alias Ghysens erfde het huis in de Nieuwstraat. Zij huwde in 1585 met meester Bartholomeus Vuskens en hertrouwde in 1608 met schepen Arnold van Elsrack voornoemd.

Met als borg meester Arnold van Elsrack, zijn natuurlijke vader, werd Arnold van Elsrack alias Bastaarden in 1453 opgenomen in het smedenambacht. Deze bastaardzoon Arnold, samen met zijn echtgenote Gertrudis Typoets, werd de stamvader van een geslacht, dat zich later zou onderscheiden van de hoofdstam door een variante op het wapen Typoets als eigen familiewapen aan te nemen. De bastaard Arnold vestigde zich als brouwer-herbergier in 'het Schip' in de Maastrichterstraat. Het echtpaar van Elsrack-Typoets had een zoon, meester Arnold jr., die de herberg 'het Schip' overnam. Hij was getrouwd met Maria Gielkens, die als weduwe overleed in 1509. Haar man was vóór 1490 overleden. Uit dit huwelijk stammen hoogstwaarschijnlijk Hendrik en Tilman, die beiden "In 't Schip" genoemd werden.

Hendrik van Elsrack alias "Int Scepe" woonde in de Demerstraat. Hij hoorde tot het brouwersambacht, waarvan hij in 1559, in 1561 en in 1566 gouverneur was. Hij was getrouwd met Maria van den Hoeven, dochter van Godaert.

Tilman van Elsrack alias "Int Sceepe", zoon van Arnold en Maria Gielkens, werd burgemeester van Hasselt in 1531. Hij was ontvanger van de bieraccijnzen en verliet de ouderlijke herberg om zich in de Lombaardstraat, naast de stadsschuur, te vestigen. Uit zijn huwelijk met Ameil Thoens stammen blijkbaar twee zonen, Gonthier I en Arnold. Zij zijn waarschijnlijk de twee gezellen van de Hasseltse Munt die in 1545 geciteerd worden wanneer de Geheime Raad van de prins-bisschop de privilegies van de Hasseltse munters bevestigde.

Gonthier I, die nog steeds "Int Schip" als bijnaam had, hoewel hij de vaderlijke brouwerij in de Lombaardstraat uitbaatte, was getrouwd met Lysken, dochter van meester Renier van Millen. Zij hadden alleszins twee zonen: Gonthier II en Renier. Van Gonthier II stamt Renier van Elsrack alias Gonthiers, echtgenoot van Margareta Sjonkeren, die in 1613 als munter vermeld werd. Hun dochter Catharina werd de echtgenote van Jan Eyben en hun zoon Arnold de man van Anna Coghen. Vijf kinderen van het echtpaar van Elsrack-Coghen traden toe tot de geestelijke staat.

Renier van Elsrack, ook Gonthiers bijgenaamd als zoon van Gonthier I, bewoonde 'het Hooghuys' in de Lombaardstraat. Hij was getrouwd met Joanna Squaden. Drie dochters, Joanna, Catharina en Gertrudis, werden begijn op het Hasseltse begijnhof. Hun zonen Gonthier III en Arnold werden in 1613, samen met hun kozijn Renier, vermeld als munters; dezelfde hoedanigheid werd nogmaals bevestigd in 1622.

Arnold werd edelsmid en overleed op 18 september 1623. Gonthier III had in 1612 de vaderlijke woning overgenomen. Hij was in 1602 opgenomen in het smedenambacht. Op 26 juni 1609 trad hij in het huwelijk met Christina Blaesen. Uit dit huwelijk stammen drie dochters: Elisabeth, echtgenote van edelsmid Steven van der Locht en de begijntjes Joanna en Christina. Van het echtpaar van der Locht-van Elsrack werd eertijds een zilveren schaal met hun gedeeld alliantiewapen bewaard. In 1667 schonk begijn Joanna, ter nagedachtenis van haar tantes Joanna en Gertrudis en haar zuster Christina, een schilderij van de Kruisafdoening aan de begijnhofkerk; het familiewapen van de bastaardstam prijkte erop. Renier, de zoon van Gonthier III en Christina Blaesen, was gehuwd met Maria Herckens. Hun afstammelingen waren de laatste naamdragers van de bastaardstam in Hasselt.

Een zijtak van de bastaardstam sproot uit munter Arnold van Elsrack, zoon van brouwer Tilman uit 'het Schip'. Uit zijn huwelijk met Maria Ballen, dochter van Librecht en Maria Buskens, werd een zoon Librecht geboren. Deze Librecht van Elsrack verhief in 1585 het lakenmakersambacht. Hij was getrouwd met Maria de Trazegnies. Hun dochter Anna was de echtgenote van Arnold van Yseren. Hun zoon Arnold van Elsrack en diens echtgenote Maria Collyns gaven het leven aan negen kinderen, waarvan enkel Librecht, gedoopt op 19 augustus 1627, overleefde. Librecht trad in bij de kanunniken van het H. Graf, in hun klooster van La Xhavée in Wandre. Hij werd op 21 november 1667 tot prior van zijn klooster verkozen. Hij bekwam de eretitel van apostolisch protonotaris, hetgeen hem toeliet zijn wapen te overtoppen met een zwarte prelatenhoed waar aan weerszijden zes zwarte kwasten aanhangen. Hij maakte veelvuldig gebruik van dit heraldisch voorrecht. Op 22 september 1683 werd hij opgenomen in de broederschap van Onze-Lieve-Vrouw Virga Jesse en in 1688 werd hij aangesteld als rector van de Onze-Lieve-Vrouwekapel. Hij liet in 1689 de bekende mirakelprent van de Virga Jesse maken door de Brusselse schilder-graficus Richard van Orley. De mirakelprent vertoont, in het midden onderaan, zijn persoonlijk wapen. In zijn hoedanigheid van prior deelde hij het familiewapen van de bastaardtak met het patriarchaal kruis van de Orde van het H. Graf en in zijn hoedanigheid van protonotaris voerde hij een zwarte prelatenhoed. Als wapenspreuk had hij PIE ET CANDIDE aangenomen. Hij liet datzelfde wapen aanbrengen op de sokkel van terracottabeeldjes van de Virga Jesse, op zijn exlibris en op haardstenen. Librecht van Elsrack staat afgebeeld op het groepsportret van de broederschap Onze-Lieve-Vrouw Virga Jesse uit 1709. Hij publiceerde Festa propria canonicorum sanctae Hierosolymitanae ecclesiae et custodum sacrosanti dominici sepulcri, uitgegeven door de Luikse drukker P. Danthez in 1674. Het jaar nadien verscheen een Franse vertaling ervan bij dezelfde drukker. Hij is waarschijnlijk ook de auteur van De ascensione mentis in Deum, waarin zijn gearmorieerd vignet opgenomen is. Librecht van Elsrack overleed op 19 juli 1718. Zijn gearmorieerde grafsteen wordt nu bewaard in het Stedelijk Museum Stellingwerff-Waerdenhof (nvdr: nu Het Stadsmus).

Uit: Oog in Oog (2003), pp. 153-158.

Weetjes: 

* “Robert van Elsrack, zoon van Petrus en Catharina van Herck, was burgemeester van Hasselt in 1617 en dit samen met Maarten Usselincx. Hij voerde als wapen: «in zilver (twee) (drie) rode palen met in het gouden vrijkwartier een rood (blauw) St.-Andrieskruis».” (1)

* “Antoon van Elsrack, zoon van Arnold en Marie Colyns was burgemeester van Hasselt in 1660. Hij voerde als wapenschild «in zilver twee rode kepers met in een blauw (groen) vrijkwartier een zilveren goud gekroonde zwaan».” (2)

(1) + (2) Goole Francis & Severijns Piet, Hasselt 750 jaar stad - de wapenschilden van de burgemeesters, in: Het Belang van Limburg, 14-08-1982, p. 33.

Fiche

Naam: 
Familie van Elsrack
Benaderende periode van: 
15de eeuw
Benaderende periode tot: 
18de eeuw

Referenties

Oog in Oog (2003)
Titel: 

Oog in Oog (2003)

Ondertitel: 
Hasseltse familieportretten en -objecten uit de 17de en 18de eeuw (tentoonstellingscatalogus)
Plaats van uitgave: 
Hasselt
Jaar van uitgave: 
2003
Cover: 
Downloads

Stamboom (van) ELSRACK / Hoofdstam - uit: Oog in Oog, p. 155

PDF icon Download (11.56 KB)

Stamboom hoofdstam ELSRACK (van) - uit: Oog in Oog

Stamboom (van) ELSRACK / Bastaardstam - uit: Oog in Oog, p. 157

PDF icon Download (8.16 KB)

Stamboom bastaardstam ELSRACK (van) - uit: Oog in Oog

Recent toegevoegd

Rond 1570 was Melchior van Horn brouwer/herbergier in het huis ‘Het Schip’, Maastrichterstraat 9 . Er is...
Auteur: Tom Kenis Geparafraseerde Radio 2-getuigenis van militair William De Wilde en zijn echtgenote...
Auteur: Tom Kenis De familie Trippas verbleef in Belgisch Congo van 1954 tot en met de onafhankelijkheid...
Auteur: Tom Kenis Nikolaas Jan Pieter Geurts werd geboren te Eisden op 13 december 1931. Zijn vader was...
Auteur: Tom Kenis Antoinette Fransen, de moeder van Moelly Henno, werd tijdens Wereldoorlog II...
Zoveel Hasselaren, zoveel linken met Congo. Om de meest uiteenlopende redenen trokken Hasselaren al...
Auteur: Tom Kenis Joseph (°Hasselt 04.07.1926) en Denise (°Hasselt 22.01.1927) leerden elkaar kennen als...
Auteur: Tom Kenis André Billen, geboren in 1927, studeerde economie. Hij slaagde voor het diplomatiek...
Auteur: Tom Kenis De in Hamont geboren Joseph (Jef) Verlaak, thans inwoner van Viversel maar gedurende...
Auteur: Toon Blux Hermanus, Petrus, Joseph Blux is de oudste zoon van Louis Bleux (1) uit Kuringen en...