You are here
Description
Claudia de Merode was de dochter van Philippe de Merode, burggraaf van Ieper en Marie de Montmorency.
In 1675 werd ze voor het eerst genotuleerd als abdis. Haar lijfspreuk ‘Rem Deo’, ‘de zaak van God’, was een anagram van haar familienaam: Merode.
Ze ontwikkelde minder activiteiten dan haar voorgangster. Zij liet het hoofdaltaar, na het overlijden van A. Quellinus, verder afwerken door Jean Delcour (nu in de Virga Jessebasiliek in Hasselt).
Onder haar bewind kende de abdij de eerste poging tot secularisatie. Dit betekende dat de edelen hun ongehuwde dochters in een kapittel lieten opnemen en hen dan een jaarlijkse prebende uitkeerden. Zo zou het levensonderhoud en de levensstandaard gewaarborgd zijn. Ze zouden kunnen uittreden en eventueel huwen. De omstreden kledingvoorschriften zouden dan versoepeld worden. Dit plan mislukte en de regel van Cîteaux (3 geloften) bleef gehandhaafd.
Ze overleed in 1702 op 83-jarige leeftijd.
Uit: Kunst & Erfgoed in de kijker - 50 (2015)
Fiche
lijfspreuk: Rem deo (anagram van familienaam) (= de zaak van God)