You are here
Description
Alfons Jeurissen werd geboren in 1874 aan de Fruitmarkt 22 in Hasselt. Hij werkte eerst als ambtenaar bij de belastingen in Hasselt. Daarna werd hij benoemd als douanebeambte. Omdat hij voor zijn werk vaak alleen rondtrok, had hij tijd om te schrijven. De Limburgse heide was zijn grootste inspiratiebron.
Op 5 mei 1900 trouwde hij in Hasselt met Anna Maria Catharina Maes (Hasselt 1876-Ekeren 1954). In de daaropvolgende jaren schreef hij enkele van zijn bekendere werken zoals 'Broeder Bertus' en 'Heikleuters'.
Via de verhalen van Jeurissen komen we te weten hoe de Kempense bevolking begin jaren 1890 leefde en werkte, hoe ze zich kleedde en wat hun gewoontes waren.
Zijn werk 'Heksendans' is ontstaan uit de ervaringen als douanier. Hij schreef hierin over stropers en smokkelaars. Het verhaal was vermengd met sagen over spoken en heksen.
Tijdens de oorlog 1914-1918 werkte Jeurissen in de bibliotheekdienst van het ministerie van Financiën. Erna was hij redacteur bij het tijdschrift Het Vlaamsche Land en was hij werkzaam in de Gevaertfabrieken. Hij richtte samen met Hubert Haenen de studentenkring De Vlaamsche Bloemengaard op.
Het oeuvre van Jeurissen is vrij beperkt. De laatste jaren van zijn leven publiceerde hij niets meer. Na Wereldoorlog I kreeg hij een woekerende longtering. Hij stierf in 1925 in Ekeren. Hij was slechts 51 jaar oud. Jeurissen werd begraven op het Schoonselhof in Antwerpen.
* Janneke van de Platte Weyers (1892);
* De witte vrouw (novelle, 1906);
* Broeder Bertus (1906);
* De turfboer (1906);
* In de eenzaamheid (1907);
* Heikleuters (1907);
* Op de vlakte (1910);
* Geert de Roerdomp (1918);
* Een eeuwenoud Wangeloof (1923);
* Heksendans (1925);
* Hasseltsch meilied (s.d.);
* Op luie maandag (s.d.).
Postuum verscheen zijn volledig werk nog twee keer en werden twee boeken herdrukt. Kempische Verhalen (1980)
Van Jeurissen wordt een collectie brieven en handschriften bewaard in het Letterenhuis.