Kort na de Tweede Wereldoorlog, en waarschijnlijk ook al voor de oorlog, werden er missieweken georganiseerd. Gedurende die periode werd er ’s morgens in de dagelijkse eucharistieviering gepreekt. ’s Avonds werd dat sermoen, zoals het ook genoemd werd, herhaald voor de mensen die ’s morgens belet waren. Meestal was er voor de schoolkinderen in de loop van de dag ook een aangepaste toespraak.

De weken heetten Missieweken omdat de paters, die de bijeenkomsten leidden, van buiten de eigen parochie waren en dus zogezegd op missie of op zending waren. Verschillende patersorden stonden bekend om hun missieweken. De thema’s van de preken waren bijvoorbeeld boetedoening, de Heilige Eucharistie, naastenliefde of verzoening.

Er wordt verteld dat de oudere kinderen in die periodes thuis op de jongere zussen en broers moesten letten. Ook werd er op zeker moment in de parochie een jongen geboren die de naam Valère kreeg. Deze naam verwees naar één van de predikanten, namelijk pater Valeriaan van de paters passionisten van Rooierheide. Die pater was zeer geliefd en gewaardeerd om zijn preken.

Van 3 tot 10 december 1961 was er een Mariaweek, met twee paters dominicanen van Genk-Termien als predikanten. De leden van deze orde staan bekend als voorvechters van het bidden van het rozenkransgebed, ter ere van Moeder Maria. Deze gebeurtenis heeft er ook toe bijgedragen dat de kapel van Wolske vlug tot stand kwam in 1962. De kapel werd toegewijd aan Onze-Lieve-Vrouw van de Rozenkrans, zoals Maria zich kenbaar maakte in Fatima bij haar verschijningen in 1917.

Uit: Godsheide en Malpertuus / Warm aanbevolen (2013), pp. 60-61