You are here
Description
De wijk Kiewit dankt haar naam aan de gelijknamige weidevogel, de kievit (Vanellus vanellus). Voor 1870 was deze naam voor de wijk niet gebruikelijk, maar de familie Vroonen, die het kasteel tussen 1868 en 1939 bewoonde, gebruikte hem al voor haar landgoed, dat ooit 220 hectare groot was. Stilaan werd deze eigendomsnaam voor het hele gebied ten noorden van de Genkersteenweg gebruikt. Nochtans zegt de de kadastrale naam Kempische Heide veel meer over wat de wijk vroeger was: een uiterst arm, dun bevolkt en vochtig heidegebied.
Om deze heide werd het waarschijnlijk wel langste proces uit de geschiedenis gevoerd. In 1335 schonk de graaf van Loon zijn 'gemene gronden of gemene weiden' op de grens met Zonhoven aan de stad Hasselt. De Zonhovenaren beschouwden de heide echter als hun gebied. Ze verjoegen de Hasselaars die er kwamen werken of zich er wilden vestigen, ze spotten met de grenspalen die de prins-bisschop van Luik in 1666 had laten plaatsen, enzovoort. De geschillen werden voor de Edele Zaal van Kuringen, voor het Oppergerecht van Vliermaal, bij de prins-bisschop van Luik, en zelfs voor het keizerlijk hof in Wetzlar gebracht. Pas in 1811 legde de Franse commissaris de grenzen van Hasselt en Zonhoven definitief vast.
In 1911 verwierf de wijk vrij onverwacht nationale bekendheid, toen er het eerste vliegveld van België werd aangelegd. Er was voldoende ruimte voor vliegsport, maar meer had het arme Kiewit de rijke vliegeniers niet te bieden. Na enkele jaren - waarin nochtans wereldrecords gevestigd werden - verdween alle vliegactiviteit uit Kiewit. Tussen 1933 en 1940 bloeide het vliegveld weer even op, en sinds 1969 heeft Kiewit opnieuw een druk bezocht vliegveld.
Uit: Wandelen in Kiewit (2007)