Joseph Gillet werd geboren in 1888 in Hasselt als zoon van Leopoldus (°Villers-la-Loue 1858), beambte bij Bruggen en Wegen, en van Maria Helena Uytterschaut (°Hasselt 1859), modewerkster. Joseph deed zijn middelbare studies aan het Koninklijk Atheneum. Aan de Luikse Universiteit promoveerde hij tot doctor in de wijsbegeerte en letteren.

Gillet gaf les over de Franse taal aan de universiteit van Edinburgh (Schotland) en in Amerika aan de hogeschool van Wisconsin (over de Duitse taal), aan de universiteit van Illinois (Romaanse talen), aan de hogeschool van Minnesota, aan het Bryn Mawr College en aan de hogeschool van Pennsylvania. Hij was lid van talrijke Amerikaanse, Spaanse en taalkundige genootschappen en directeur van de Hispanic Review. Gillet was gespecialiseerd in Spaanse literatuur. Hij overleed in 1958 in Bala Cynwyd (Pennsylvania) waar hij ook begraven ligt.

Hij schreef diverse werken:

* Molière en Angleterre 1660-1670 (1913);

* De Nederlandsche letterkunde in Duitschland in de zeventiende eeuw (1914);

* Snouck Hurgronje: The Holy War “Made in Germany” (1915, vertaling);

* Drama und Epos in der deutschen Renaissance (1916);

* Torres Naharro and the Spanish drama of the sixteenth century (1930);

* Tragedia de los amores de Eneas y de la Reyna Dido (1931);

* Nicael de Caravajal Tragedia Josephina (1932);

* Bartholomé de Torrès Naharro Propalladia and other Works (diverse volumes, 1946-1951).