You are here
Description
Met betraande oogen en geprangd gemoed bevinden wij ons hier op een allerpijnlijkst oogenblik, het afscheiden van al wat ons dierbaar is, het afscheiden van die bloeiende jeugd, de bloem en de trots van onze scholen, de schatten der troostelooze ouders, de toekomst van onze parochie Godsheide.
Op 14 februari 1941 verloor Godsheide 35 kinderen en twee volwassenen in een verschrikkelijke ramp. Dit fragment komt uit de tekst die voorgelezen werd in de afscheidsmis. Het geeft een impressie van de verslagenheid in de families en in de hele gemeenschap.
De brug over het Albertkanaal, die beide delen van de parochie verbond, was in de eerste dagen van de oorlog in 1940 opgeblazen door het Belgische leger. Tijdens de bezetting werd er geen nieuwe brug gebouwd, en dus waren de Godsheidenaren aangewezen op een vlot.
Op vrijdagmiddag 14 februari werden de kinderen na schooltijd, zoals gewoonlijk, overgezet met het vlot. De eerste groep was al overgezet. Toen het vlot rond kwart voor vier voor de tweede keer vertrok, stonden er eigenlijk te veel mensen op: 57 kinderen en vier volwassenen. Nauwelijks een paar meter van de oever kantelde het vlot. Het water was die winter ijskoud en zwemmen konden de kinderen niet. Uiteindelijk verdronken er 26 jongens en negen meisjes, allemaal tussen zeven en veertien jaar. Ook twee volwassenen overleefden de ramp niet. Eén gezin verloor ineens vier kinderen, een ander gezin drie.
In 1993 werd op het kerkhof in Godsheide een monument onthuld, ter nagedachtenis van de slachtoffers van de ramp. Het comité dat jarenlang had geijverd voor een gedenksteen, was teleurgesteld over het resultaat. De gedenksteen bleek gemaakt te zijn van een overblijvende steen van de Japanse tuin.
Op vrijdag 12 februari 1999 werd de steen daarom verwijderd en één uur later werd een nieuw monument onthuld. Dit monument bevat een gedenktekst van Constance Dekens, die twee broers en twee zussen in de ramp verloren heeft. Tot op heden wordt de ramp jaarlijks herdacht in Godsheide.
Uit: Godsheide en Malpertuus / Warm aanbevolen (2013), pp. 29-30.